Ruud van Eeten: ‘Nu is de Reeshof aan de beurt!’

| Sanne Leenders

Waar de een uren kan vertellen over sport, zijn huisdieren of misschien wel de nieuwe boot van zijn pa, kan Ruud van Eeten dat over zijn ambitie: De Reeshof een stukje paradijs op aarde laten zijn. ‘Volgend jaar wonen er in de Reeshof 50.000 mensen. Het is echt een stadsdeel van Tilburg.’ Met een paar andere mensen zit Ruud in een commissie om de cultuur daar een boost te geven. De conclusie? Een sociaal cultuur centrum bouwen met een vast podium zodat de infrastructuur van de Reeshof verbeterd wordt. Ben je benieuwd hoe dat paradijs op aarde er volgens Ruud uitziet? Lees dan verder.
Foto’s: Camiel Donders

Oorspronkelijk komt Ruud uit het Zuid-Limburgse plaatsje Obbicht. Dat plaatsje werd al snel ingeruild voor Tilburg toen Ruud in 1991 ging studeren aan het Conservatorium. In de 28 jaar dat Ruud in Tilburg woont is er veel veranderd. Hij is gelukkig getrouwd, vader van drie kinderen en druk met werkzaamheden als directeur, bestuurslid, coach, strateeg én dirigent. Ook de Tilburgse binnenstad heeft een flinke metamorfose ondergaan. Het enige waar volgens Ruud nog steeds weinig tot niets is veranderd is de Reeshof. ‘De gemeente Tilburg is in de jaren ’80 begonnen aan het bouwen van de Reeshof. Er zijn inmiddels enorm veel woningen bijgebouwd, maar de gehele infrastructuur is blijven liggen. Het is nu onze tijd.’

‘Tilburg is waar ik mijzelf kon ontplooien’

‘Vanaf dat ik 7 jaar was wilde ik al muziek maken. In het kerkdorp waar ik woonde liep de harmonie vaak voorbij.’ Daar moest en zou Ruud ook bij horen. ‘Toen ik begon bij de harmonie bleek dat ik hier talent voor had. Voor mij was het toen logisch om naar het Conservatorium in Tilburg te gaan. Omdat die harmonie gerespecteerd werd, waren mijn ouders best trots dat ik dat ging doen. Tilburg is waar ik mij binnen de muziek ontplooide. Na een aantal jaar ben ik voor een korte tijd met mijn toenmalige vriendin verhuisd naar Rotterdam. Rotterdam lijkt in mentaliteit best wel wat op die van Tilburg: niet lullen, maar poetsen. Waar Rotterdam de stad behoorlijk heeft wederopgebouwd doet Tilburg dat ook. Toen ik hier kwam was het best een rauwe stad. Toch hou ik meer van Tilburg dan Rotterdam, het is hier gemoedelijker: Brabantse gezelligheid.’

‘Een visionaire stad met een vruchtbare grond

Ruud heeft een uitgesproken line-up aan termen die onze stad perfect omvatten: een festivalstad, stad van makers, initiatiefrijk, vruchtbaar, visionair, daadkrachtig en met een enorme vitaliteit door alle studenten. Langer gezegd is dat:

‘Tilburg is een stad waar ruimte is voor initiatief, we staan open voor nieuwe dingen zonder dat het oude daardoor in de verdrukking komt. Er is een gezonde voedingsbodem om dingen te laten bloeien en groeien. We beheersen de niet lullen, maar poetsen mentaliteit volledig. We durven vooruit te kijken en we durven te vernieuwen. Dat zie je terug in gebieden als de Piushaven en de Spoorzone, maar ook het instellen van een makersfonds, durven herijken van je cultuurvisie en het clusteren van kunsten: nu is er een fantastisch hogescholen complex. De concert- en schouwburgzalen samen is een unieke combinatie. Neem ter vergelijking Eindhoven. Daar is dat volledig gescheiden van elkaar. We zijn een visionaire stad met een vruchtbare grond. Makers gedijen hier goed en er is volop talent en potentie. Dat is zeker iets waar we in Tilburg trots op mogen zijn.’

‘Als dit een ingeslapen stad was, was ik hier niet blijven wonen’

‘Door de hoeveelheid studenten blijft er ook een bepaalde vitaliteit in de stad. Ik denk dat dat ook wel belangrijk is. In een stad als Breda zitten veel studenten, maar mist de vitaliteit. Vanuit Den Bosch vertrekken veel mensen om in Tilburg te gaan wonen. De stad is niet aantrekkelijk genoeg doordat er geen vernieuwingsdrang is. In Tilburg is die er wel.

Reeshof meer in de spotlights

Ruud is actief commissielid bij Reeshof Cultuurt. Daar knokken ze voor meer erkenning voor de Reeshof vanuit de binnenstad. ‘We willen een vast podium binnen de Reeshof om de sociale cohesie te bevorderen. Mijn kinderen wonen daar, maar er is niks te doen voor ze. Dat mensen thuiskomen van hun werk en de deur achter zich dichtrekken vind ik jammer.’ Toch is er zeker animo voor samenzijn. Zo vertelt Ruud: ‘Afgelopen weken waren er 4 muzenconcerten. Per avond kwamen daar duizenden mensen op af! We moeten geen stad op zich willen bouwen, maar een samenwerking gaan zoeken met wat al bestaat. De bedrijven in de binnenstad willen al mee, denk aan De Nieuwe Vorst, Theaters Tilburg en PaRaDoX. Nu is het tijd om stappen te zetten. Dit doen we samen: allerlei instanties, de gemeente en de lokale mensen uit de Reeshof. Dat is de kracht van het hele plan.’

Paradijs op aarde

Echte kritiek op Tilburg heeft Ruud niet, maar natuurlijk is geen mens ooit 100% tevreden. ‘Al 40 jaar lang is de Reeshof wat mij betreft een echte omissie geweest in het beleid van de gemeente, terwijl de rest van de stad echt goed wordt aangepakt. Er wonen veel meer mensen in de stad dan enkel in het centrum. Het zit nu op het netvlies, de ontkenningsfase is voorbij, nu moeten we samen stappen maken.’ Wat je dan krijgt? Een stukje paradijs op aarde. ‘Wanneer je waarde onder je voeten voelt, dan ben je gelukkig op de plek waar je bent. Dat is mijn streven voor de Reeshof.’

Ongezouten mening van Tilburgers

Binnen deze rubriek geven we creatieve Tilburgers een podium. Een Ticket to.. de uiting van hun ongezouten mening over de stad. Ben jij benieuwd wie er naast Ruud van Eeten nog meer iets te vertellen heeft over Tilburg? Lees dan ook eens deze interviews: